Gebruikerslogin

Lente-akkoord partners wensen energielabel voor gehele woningmarkt

Thema:
31 januari 2011

Op 1 januari van dit jaar passeerde Nederland stilletjes een mijlpaal. Vanaf dat moment is gegarandeerd dat bij elke afgegeven bouwvergunning voor een nieuwbouwhuis 25 procent minder gebouwgebonden energie wordt gebruikt in dat huis. Ongeacht de situatie in de markt is dit een significante stap vooruit. Probleem is echter dat het gros van de inwoners van Nederland niet weet hoe energiezuinig de nieuwbouw is. Een vertaling van de EPC-waarden naar energielabels zou dat inzicht snel kunnen bieden. In een brief aan minister Donner vragen de Lente-akkoord partners om de omrekeningsystematiek snel vast te stellen.


Appels en peren
De huidige methodiek van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC, sinds 1 januari 2011 0,6 voor een nieuwbouwhuis) strookt niet met de labelmethodiek. Met de 25 procent aanscherping voldoet de branche aan de henzelf opgelegde verplichting om de EPC-eis te halen. Zij wil dit ook graag aan de woningkopers en -huurders in Nederland bekend maken, maar vergelijkt nu appels en peren.
Essentie is dat de labelsystematiek van het ministerie niet aansluit bij de EPC-waarde. De NENheeft al een conceptvoorstel gedaan om de EPC-waarden naar labelstappen te vertalen. Deze omrekentabel officieel vaststellen is een eenvoudig in te voeren oplossing voor de korte termijn. De marktpartijen van het Lente-akkoord vertrouwen erop dat de minister dit snel regelt.
De vier brancheverenigingen zijn ervan overtuigd dat invoering en populariteit van het energielabel gebaat zijn bij een snelle beschikbaarheid van het label voor de nieuwbouw. De energiezuinige nieuwbouw fungeert dan als wenkend perspectief voor de bestaande bouw. Een geldend energielabel voor bestaand en nieuwbouw maakt het complete woningaanbod vergelijkbaar voor kopers en huurders.

Knelpunten
Voor de langere termijn zijn er nog knelpunten. Ten eerste bestaat de kans dat een per definitie energiezuinig nieuwbouwhuis later op basis van de methodiek voor bestaande bouw in een lagere klasse terechtkomt. Bovendien worden veel maatregelen die in de nieuwbouw worden getroffen en die tot een lagere EPC leiden, niet gehonoreerd in de systematiek voor de bestaande bouw.
Ten tweede wordt vanuit Europa geëist dat de energieprestatie in de praktijk wordt getoetst. De marktpartijen van het Lente-akkoord willen graag met de minister de energiekwaliteit bij oplevering borgen. Deze borging moet nog worden ontwikkeld en vergt een zorgvuldige en goed geteste uitwerking. Dan kan de energieprestatie die bij afgifte van de bouwvergunning is beloofd, daadwerkelijk worden bereikt. Daarmee geven overheden en marktpartijen een stevig impuls aan de energiebesparing via nieuwbouw.