Gebruikerslogin

Gezondheidsraad wil strengere normen asbestsanering

15 december 2010

Asbestsaneringen op de huidige manier moeten op de schop. Gemeenten en gebouweigenaren moeten vaker de keuze maken voor saneren in plaats van beheersen. De huidige meetmethoden voor asbest in de bodem zijn niet toereikend om de concentraties te meten die de Gezondheidsraad voorstaat.

Jan Tempelman, hoofd expertisecentrum asbest bij TNO, wond er tijdens het Asbestcongres op 9 december jl. geen doekjes om. Hij benadrukte dat het advies van de Gezondheidsraad waarin gepleit wordt voor scherpere normen flinke consequenties heeft.

Hij zei dat van de eerste generatie saneringen er een aantal opnieuw moet, omdat er veel fout is gegaan. Zowel gebouweigenaren als asbestsaneringsbedrijven krijgen daar volgens hem mee te maken. ‘Ook vallen door de aanscherping van de normen relatief minder saneringsklussen in de lichtere categorie 1. Die kunnen daardoor dus alleen nog door gecertificeerde bedrijven gedaan worden’, aldus Tempelman.

Aanscherping normen
De kwaliteitseisen voor complexe saneringen worden strenger:

  • Medewerkers van asbestbedrijven moeten worden bijgeschoold.
  • Er moeten nieuwe saneringsmethoden worden ontwikkeld.
  • Laboratoria moeten straks vaker met een electronenmicroscoop gaan werken. Dat heeft weer consequenties voor de werkwijze, omdat deze microscopen vanwege hun omvang en gewicht niet zomaar in een mobiel laboratorium geplaatst kunnen worden, zoals nu gebruikelijk.
  • De eindcontrole na een complexe sanering wordt verscherpt. Dat betekent voor gebouweigenaren en woningcorporaties meer en duurdere eindcontroles na een dergelijke sanering, vooral bij grote gebouwen en constructies.

Consequenties gemeenten en eigenaren
Saneren moet vaker prioriteit krijgen boven beheersing. Gemeenten krijgen vaker te maken met meer gevallen van ernstige bodemverontreiniging door aanpassing van de normen. Vooral asbestdaken en asbestcementproducten zijn kwalijk voor asbestconcentraties in de buitenlucht.

‘De risicoconcentraties die de Gezondheidsraad vaststelt voor het algemene milieu zijn nu met geen enkele techniek routinematig en tegen redelijke kosten in de lucht meetbaar. Dat geldt ook voor de toereikbaarheid van de huidige meetmethoden voor asbest in de bodem. Beide meetmethoden zijn niet in staat om de concentraties te meten die de Gezondheidsraad voorstaat. De grenzen die de Gezondheidsraad stelt zijn een factor 30 tot 40 strenger dan de huidige grenswaarden.